Cedergrondbekerzwam
Beschrijving
Vruchtlichaam bekervormig, eerst bolvormig, hol en volledig ondergronds, onregelmatig stervormig splijtend en uit de bodem brekend, Ø 2-7 cm. Binnenzijde beige tot licht grijsoker. Buitenzijde dicht met donkerbruine haren bezet, roodbruin. Vlees dik, wit.
Voorkomen
Op deels verteerde naalden op humusarme grond onder ceder (en taxus). April-mei.
Saprofiet.
Status
Zeer zeldzaam.