Lacrymaria lacrymabunda

Tranende franjehoed


Beschrijving
Hoed gewelfd tot uitgespreid met een brede bult, Ø 2-10 cm, bruinoker tot oranjebruin, met wollige vezels en crème velumresten aan de rand.
Lamellen dicht opeen, donker purperbruin tot zwart, gevlekt, tranend bij vochtig weer, met een wittige lamelsnede.
Steel 5-10 cm x 5-10 mm, de steeltop bepoederd, wittig, onder de wollig-vezelige, door de sporen zwart wordende ringzone met vezelige, roestbruine schubjes op een lichtgele ondergrond en met een witviltige basis. Vlees oranje- tot olijfbruin. Smaak onaangenaam. Geur zwak.
Verdacht.

Voorkomen
Soms in groepen op humusrijke, verstoorde grond in parken, tuinen, grazige bermen en loofbossen, vaak langs paden en parkeerterreinen. Late voorjaar-herfst.
Saprofiet.

Status
Algemeen.

%LABEL% (%SOURCE%)