Gewoon donsvoetje
Beschrijving
Hoed gewelfd tot vlak, Ø 2-4 cm, geelbruin tot donker geelbruin, vochtig met een gestreepte rand, droog fijn vlokkig, bleek bruingeel, vaak met witte velumresten op en aan de randzone.
Lamellen wijd uiteen, wat aflopend, kaneelbruin.
Steel 2-5 cm x 2-4 mm, kaneelbruin tot bleek bruingeel, met een donzige, witte voet. Vlees bruingeel.
Voorkomen
Op houtsnippers, takjes en twijgen, soms op grof strooisel en humus in loofbossen, struwelen, parken en tuinen. Zomer-herfst.
Saprofiet.
Status
Algemeen.
Verwante en/of gelijkende soorten
Het Winterdonsvoetje (Tubaria hiemalis) is in het veld moeilijk van het Gewoon donsvoetje te onderscheiden, maar komt echter voor van oktober tot januari, vooral op houtsnippers.