Zadelzwam
Beschrijving
< 1cm: loep
Vruchtlichaam éénjarig, trechter- tot rond of ovaal waaiervormig met een zijdelingse tot centrale steel (f. rostkovii). Hoed Ø 5-60 cm, 1-5 cm dik. Bovenzijde met concentrische ringen van vezelige, donkerbruine schubben, crème tot okergeel, met een scherpe rand.
Buisjes 3-10 mm lang, op de steel aflopend, geel. Poriën 0,5-1 per mm, onregelmatig hoekig-ovaal, wittig tot crème-okerkleurig.
Steel 3-10 x 2-6 cm, crème-okerkleurig met een bruinzwarte basis. Vlees leerachtig, wit tot crème. Geur melig.
Sporeekleur wit.
Eetbaar.
Voorkomen
Op stronken, stobben, stammen en stamwonden van levende en dode loofbomen (es, iep, beuk, wilg, esdoorn, populier). Vaak in twee "vluchten" per jaar. Voorjaar-herfst.
Parasitair, (Saprofiet).
Status
Algemeen.
Verwante en/of gelijkende soorten
Polyporus tuberaster
Extra informatie
In de buisjes van een volgroeide Zadelzwam rijpen in acht dagen zoveel sporen van elk 12 micron lang, dat men er een afstand van bijna 6000 kilometer mee kan overbruggen, als men alle sporen achter elkaar zou leggen.