Abortiporus biennis

Toefige labyrintzwam


Beschrijving
Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot rozetvormig in gesteelde toefen, 8-20 cm in doorsnee, met een dunne, golvende rand. Hoed 3-9 cm lang, 5-30 mm dik. Bovenzijde fijn fluwelig-viltig, wittig of okerkleurig tot roodbruinig.
Buisjes 2-5 mm lang, wit. Poriën 1-3 per mm, onregelmatig netwerk- tot labyrintachtig, wittig, bij druk rozeroodbruin vlekkend.
Steel meestal in de bodem verzinkend, 4-7 x 2-3 cm, met aarde bedekt. Vlees week tot hard, wit. Geur onaangenaam.
Sporeekleur wit. Soms komt de teleomorf samen voor met de anamorf (de anamorf (Ceriomyces terrestris) in de vorm van witte knollen met rode guttatiedruppels (336C.jpg).

Voorkomen
Op stronken of schijnbaar op de grond op boomwortels en begraven hout van (levende) loofbomen (populier, beuk, iep, eik). Zomer-herfst.
Parasitair, (Saprofiet).

Status
Vrij algemeen.

%LABEL% (%SOURCE%)