Fopelfenbankje
Beschrijving
Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot rozetvormig, meestal zijdelings, soms min of meer centraal aangehecht, vaak in over elkaar groeiende toefen. Hoed 3-10 x 2-5 cm, 1-2 cm dik. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, fijnviltig, beige tot grijsoker of lichtbruin, vaak groen door algen, met een scherpe rand. Poriën 12-15 per cm, tot 10 mm breed, langgerekt met dwarswandjes tot lamelvormig, vaak gevorkt, crème tot oker of grijsbruin. Vlees kurkachtig, taai, wittig.
Sporeekleur wit.
Voorkomen
Op stronken, stammen en takken van loofbomen (berk, eik, beuk), parasiterend op het mycelium van Elfenbankjes (Trametes).
Saprofiet, (mogelijk parasitair).
Status
Vrij algemeen.