Squamanita odorata

Odeurzwam


Beschrijving
Hoed klokvormig tot uitgespreid, Ø 7-35 mm, droog, met vezelige, bleke en bruinzwarte schubben in concentrische zones op een licht grijsbruine ondergrond, met een scherpe, jong met velumresten behangen rand.
Lamellen gedeeltelijk gevorkt, vuilwit tot grijsbruin, met een gekerfde lamelsnede.
Steel 1-3 cm x 2-5 mm, met grijsbruine vezels op een wittige ondergrond en afstaande, donker grijsbruine schubben in gordels boven de gerande, crème-gelige knol. Vlees wittig, grijsbruin verkleurend. Smaak mild. Geur sterk, zoetig, naar bonbons.

Voorkomen
Op zand- en leemgrond, na bodemverrijking, langs de rand van paden en wegen, soms in tuinen, in een bosrijke omgeving. Mogelijk parasiterend op het mycelium van Vaalhoeden (Hebeloma).
Saprofiet, (mogelijk parasitair).

Status
Zeer zeldzaam, Rode Lijst (Bedreigd).

%LABEL% (%SOURCE%)