Fistulina hepatica

Biefstukzwam


Beschrijving
Vruchtlichaam éénjarig, console- tot tongvormig, zijdelings aangehecht. Hoed 7-20 x 10-20 cm, 2-5 cm dik. Bovenzijde ruw, zalm- of oranjerood tot wijnrood of roestbruin, vaak slijmerig-kleverig, soms met van de rand afdruipend vocht, met een scherpe rand.
Buisjes 5-10 mm lang, wittig-crème. Poriën 2-3 per mm, rond, wittig tot gelig, vaak met guttatiedruppels. Vlees sappig, zacht, wittig-geel tot oranje- of wijnrood. Geur aangenaam. Smaak zurig.
Sporeekleur wit.
Eetbaar.

Voorkomen
Aan de voet of op stamwonden van levende eiken en op eikenstobben, soms op tamme kastanje.
Parasitair.

Status
Algemeen.

Extra informatie
De Toefige labyrintzwam (Abortiporus biennis) (336C.jpg), de Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus) (341E.jpg), de Boompuist (Oligoporus ptychogaster) (309A.jpg) en de Biefstukzwam vormen soms knol- of kussenvormige, conidio- of chlamydosporen voortbrengende anamorfen.

Voor de Biefstukzwam geldt azijnzuur, in de vorm van door aangetaste eiken als afweerstof geproduceerd looizuur, juist als voedsel- of energiebron.
De Biefstukzwam kleurt of vlamt het wel voor kunstvoorwerpen gebruikte hout oppervlakkig rood (208.jpg).

%LABEL% (%SOURCE%)