Meetnet

Paddenstoelen, NUTTIGE SIERADEN IN HET HERFSTBOS

De Vliegenzwam en haar collega
Wie kent ze niet? De Vliegenzwam, rood met witte stippen. Maar ook al die andere mooie paddenstoelen die in het najaar kleur geven aan onze bossen en lanen. Velen worden geboeid door hun plotselinge verschijning op onverwachte plaatsen. Natuurliefhebbers en wandelaars genieten van hun vormenrijkdom en kleurenpracht. Voor fotografen en tekenaars vormen ze een bron van inspiratie; voor mycologen een onuitputtelijk onderwerp van studie. We zouden ze niet willen missen; paddenstoelen horen bij de herfst als ontluikende bomen bij de lente.

Nuttige bosbewoners
Paddenstoelen staan er niet alleen ter decoratie. Ze zijn de vruchtlichamen van omvangrijke zwamvlokken die, voor onze ogen onzichtbaar, nuttige werkzaamheden verrichten. De meeste soorten zijn afvalopruimers die afgevallen bladeren, hout, mest en andere organische bestanddelen afbreken tot humus en mineralen. Zo komen voedingsstoffen voor plant en dier weer terug in de stofkringloop. Andere zwammen omspinnen levende boomwortels. Ze voorzien de bomen op efficiënte wijze van water en mineralen en dragen op die wijze bij tot de instandhouding van het bos. Sommige paddenstoelen groeien op verzwakte, maar nog levende bomen. Zij dragen bij aan de natuurlijke dynamiek in het bos en het ontstaan van open plekken.

Bedreigingen
In Nederland groeien bijna 4000 soorten paddenstoelen. Helaas gaat het met veel soorten niet goed. Sommige zijn geheel verdwenen, andere veel zeldzamer geworden, bijvoorbeeld de bekende Hanekam of Cantharel. Deze paddenstoel staat met 1619 andere soorten op de Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare paddenstoelen in Nederland. Een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang is luchtverontreiniging, die verzuring en vermesting van bosbodems tot gevolg heeft. Andere factoren zijn onder meer verdroging en biotoopvernietiging. Ook het beheer van bossen en lanen kan nadelig zijn voor paddenstoelen, bijvoorbeeld door het achterwege laten van het maaien van bermen en door het verwijderen van groot dood hout uit bossen.
Meten is weten

Het paddenstoelenmeetnet is opgezet om veranderingen in de paddenstoelenflora te registreren. We kunnen zo een beter inzicht krijgen in factoren die gunstig of nadelig zijn voor paddenstoelen. Bij ongewenste ontwikkelingen kunnen maatregelen worden overwogen om verdere achteruitgang van dit kostbare gemeenschappelijke bezit te voorkomen.

HET PADDENSTOELENMEETNET IN HET KORT

Meetsoorten
Het is onmogelijk om in het kader van het meetnet alle inheemse soorten paddenstoelen te registreren. Dit vereist te veel deskundigheid en te veel tijd. Daarom zijn voor monitoring 110 soorten geselecteerd, die goed herkenbaar zijn en representatief voor de paddenstoelen in bossen op zandgrond, de telsoorten. Hiervan zijn er 59 indicatorsoorten, algemene paddenstoelen die iets zeggen over de milieukwaliteit van hun vindplaats. Daarnaast zijn er 51 aandachtsoorten, bijzondere soorten die op de Rode Lijst staan van bedreigde en kwetsbare paddenstoelen.

Meetpunten
Het paddenstoelenmeetnet bestaat uit meetpunten, waar door vrijwilligers de telsoorten worden geteld. De meetpunten zijn vooralsnog beperkt tot bossen en met bomen beplante bermen op zandige en lemige gronden, dus tot de duinen en grote delen van het noordoosten, oosten, midden en zuiden van het land. De meetpunten in bossen worden gevormd door proefvlakken van ongeveer 1000 m2, bijvoorbeeld 30x35 meter. In bermen zijn het proefstroken van 500 m2, bijvoorbeeld 125x4 meter. De meetpunten worden in het veld gemarkeerd en op een kaart nauwkeurig ingetekend, zodat ze goed zijn terug te vinden.

Tellingen
Op de meetpunten worden tijdens ieder bezoek bij voorkeur de vruchtlichamen van alle voorkomende telsoorten geteld. Het is echter ook mogelijk om slechts één telsoort in een proefvlak te tellen, bijvoorbeeld een gemakkelijk herkenbare soort als de Vliegenzwam, of juist een bijzondere soort, bijvoorbeeld één van de aandachtsoorten. De tellingen vinden eens per maand plaats in het seizoen waarin vruchtlichamen aanwezig zijn, gewoonlijk van augustus tot november, soms al vanaf juli. We tellen bij voorkeur bij voor paddenstoelen gunstige weersomstandigheden, tijdens of na een regenrijke periode. Ieder meetpunt wordt zo jaarlijks drie tot vijf keer geteld. Een meetpunt volgen we gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren, maar liefst langer. De resultaten worden interessanter naarmate een meetpunt langer wordt geteld.
In de tot nu toe uitgezette meetpunten varieert het aantal telsoorten van één tot 25, het aantal getelde vruchtlichamen per bezoek van nul tot meer dan 1000. Het uitvoeren van een telling kost tussen 10 minuten en 2 uur.

Tellers
Iedereen met belangstelling voor paddenstoelen, ervaren of onervaren, kan aan het meetnet meedoen. Het is ook een leuk en leerzaam project voor plaatselijke afdelingen van natuurorganisaties als KNNV en IVN. Neem bij belangstelling voor deelname contact op met de centrale coördinator (adres zie achterzijde). De keuze van de meetpunten wordt in overleg met deze coördinator bepaald. Iedereen die één of meer meetpunten adopteert, ontvangt een uitgebreide handleiding en een met kleurenfotogeïllustreerde gids voor paddenstoelen in het meetnet. Bij het uitzetten van een meetpunt en de eerste tellingen is het in principe mogelijk om hulp te krijgen van een van de coördinatoren of een van onze regionale medewerkers.

DOET U AL MEE AAN HET PADDENSTOELENMEETNET?

Het paddenstoelenmeetnet werd gestart in 1998. Het bestaat uit een landelijk netwerk van meetpunten, waar door vrijwilligers jaar in jaar uit een aantal soorten paddenstoelen wordt geteld.
- Daardoor komen we steeds meer te weten over het wel en wee van deze fascinerende organismen.
- Daardoor kunnen we er achter komen welke milieuomstandigheden en beheersingrepen gunstig of ongunstig zijn.
- Daardoor kunnen doeltreffende maatregelen worden genomen om de variatie aan paddenstoelen te behouden of te vergroten.
- Daardoor kunnen onze bossen gezond blijven en kunnen wandelaars en natuurliefhebbers van deze sieraden van het herfstbos blijven genieten.

INFORMATIE

Centrale coördinator en inlichtingen:
Mirjam Veerkamp
Pelikaanweg 54
3985 RZ Werkhoven
Tel. 0343-551905
e-mail: veerkamp.berg@planet.nl

Het paddenstoelenmeetnet is een samenwerkingsproject tussen de Nederlandse Mycologische Vereniging en het Centraal Bureau voor de Statistiek en wordt medegefinancierd door het IKC-Natuurbeheer van het ministerie van LNV.

De Nederlandse Mycologische Vereniging is een landelijke vereniging om de studie en bescherming van paddenstoelen te bevorderen. Zij organiseert excursies, werkweken studiebijeenkomsten en voordrachten. Leden ontvangen het verenigingstijdschrift Coolia.
Informatie bij het secretariaat:

Gerard J.M. Verkley
Centraal Bureau voor Schimmelcultures
Uppsalalaan 8, 3584 CT Utrecht
tel. 030-2122600
E-mail nmv@cbs.knaw.nl.