Galerina autumnalis

Kraagmosklokje


Beschrijving
Hoed klokvormig of gewelfd tot uitgespreid, Ø 3-6 cm, vochtig kleverig, okerbruin, met een fijn gestreepte rand, droog mat, geel tot okergeelbruin.
Lamellen aflopend, licht okerbruin.
Steel 3-9 cm x 3-8 mm, met een licht okergele steeltop, onder de ring bruinachtig vezelig, met geelbruine, naar de basis toenemend donkerbruine zones en met een donkerbruine basis. Vlees gelig tot roodbruin. Smaak mild. Geur zwammig.
Giftig.

Voorkomen
Op takken en stammen, vooral op sterk verrot hout, meestal van loofbomen, op voedselrijke bodem.
Saprofiet.

Status
Zeldzaam.

Verwante en/of gelijkende soorten
Pholiota mutabilis

Extra informatie
Berucht zijn de te laat ontdekte, in een gruwelijke doodsstrijd eindigende vergiftigingen met Groene knolamanieten (Amanita phalloides) (425A.jpg) of met de veel zeldzamere Kleverige knolamanieten Amanita virosa (843.jpg) en Amanita verna. Vergiftigingen met de in hun vruchtlichamen aanwezige cyclopeptiden (amatoxinen), die de lever en nieren van het slachtoffer aantasten, treden vaak op na verwisseling van deze Amanieten met in het veld verzamelde Champignons. Hoewel de Franse arts Bastien in 1981 zou hebben aangetoond, dat een kort na het nuttigen van Groene knolamanieten op zichzelf uitgeprobeerde kuur van antibiotica, vitamine C en middelen tegen diarree als levensreddende behandeling effectief zou zijn, sterven jaarlijks nog mensen na een cyclopeptidevergiftiging. Dezelfde gifstof komt voor in het met het Stobbenzwammetje (Pholiota mutabilis) (650.jpg) te verwisselen Kraagmosklokje.

%LABEL% (%SOURCE%)